Vogels: Ijsvogel, Bosuil, Buizerd, Kolmees, Roodborst, Bonte specht, Sperwer, Torenvalk, Houtduif, Fazant, Koekoek, Merel, Lijster, Spreeuw, Mus, Winterkoning, Braamsluiper, Puttertje, Koolmees, Boomklever, Zwaluw, Kievit, Kraai, Kauw, Zwaan, Eend, Gans, Meerkoet, Lepelaar, Hoentje, Scholekster, Snip, Reiger enz.
Vissen, reptielen, weekdieren, schaaldieren en nog veel meer…. Het leeft allemaal op landgoed Lunenburg.
De opsomming geeft een kleine indruk van heel veel wat er loopt, kruipt, vliegt en zwemt op landgoed Lunenburg. De zoogdieren en vogels zijn het meest gezien maar in aantallen en soorten vertegenwoordigen insecten en nog veel meer geleedpotigen de ruime meerderheid. Geleedpotigen zijn koudbloedige ongewervelde dieren met een uitwendig skelet (exoskelet). Zij hebben een gesegmenteerd lichaam en meerdelige (gelede) poten. Denk aan spinnen, bijen, wespen, libellen, vliegen, wantsen, duizendpotigen, oorwormen, kreeftachtigen, kevers, enz. Met ruim 80% van de bekende soorten vormen geleedpotigen verreweg de grootste stam van het dierenrijk.
Het insectenhotel is in de plaats gekomen van de vroegere bijenstal. Hier werden gedurende tien jaar honingbijen gehouden die een natuurlijke bijdrage leverden aan de bestuiving van bloemen, planten en bomen. De honingbij heeft het zwaar gehad in de laatste twintig jaar maar is gelukkig weer in grote aantallen beschikbaar. De extra aandacht voor de bij heeft veel nieuwe imkers voortgebracht. De bekende varroamijt ziekte is grotendeels onder controle. Het sterftecijfer van de bijenvolken is de laatste jaren enorm gedaald.
Nu is er extra aandacht nodig voor de wilde (solitaire) bijen. Zij hebben het moeilijk vanwege een te eenzijdig voedselaanbod (monocultuur) landbouwgif en andere pesticiden. Het aanbieden van gevarieerd voedsel en het terugdringen van gifstoffen helpt bij het verbeteren van de wilde bijenstand.